Vandaag naar school geweest, gister naar school geweest en lang gewerkt, onwijs moe natuurlijk. Toch ff naar Vriska geweest. En dan zit je erop en dan krijg ik zoveel nieuwe energie!
Even een klein uurtje aan het werk, en daarna ff lekker galopperen. En dat vind ze lekker :D Oortjes naar voren, en even lekker hard gaan :) Hét ultieme gevoel: Die benen onder je voelen, het gevoel van vrijheid.
Och daar krijg ik weer een hele energieboost van!
En dan in de stal, even lekker knuffelen met mijn paardenbeestje. Haar hoofd in mijn armen, mijn hoofd op de hare... En dan langzaam wegdromen...
Och wat houd ik toch van dat lekkere fjordenbeestje :D
Daily life of a sixteen year old girl.
dinsdag 31 augustus 2010
zondag 22 augustus 2010
Lazy sunday
Heerlijk toch, een zondag niets doen? Al moest wel mijn kamer opgeruimd worden, en het caviahok nog schoon, liefst voordat mijn ouders thuiskomen.
Toch ben ik altijd weer aan het uitstellen. Alles had allang af kunnen zijn, maargoed, zo zit ik nou eenmaal niet in elkaar.
Het caviahok komt wel. Vandaag is het écht schoon. Wanneer? Don't ask me!
Verder gewoon een dagje niks doen in bed liggen. bloggen en tv kijken. Wat wil je nog meer?
Morgen voor het eerst naar de nieuwe school best spannend!! Heb er wel onwijs veel zin in, en als het eenmaal gedaan is denk ik dat ik een goede keus heb gemaakt!
Niet heel veel te bloggen vandaag, maar morgen heb ik vast een heel verhaal :D
Toch ben ik altijd weer aan het uitstellen. Alles had allang af kunnen zijn, maargoed, zo zit ik nou eenmaal niet in elkaar.
Het caviahok komt wel. Vandaag is het écht schoon. Wanneer? Don't ask me!
Verder gewoon een dagje niks doen in bed liggen. bloggen en tv kijken. Wat wil je nog meer?
Morgen voor het eerst naar de nieuwe school best spannend!! Heb er wel onwijs veel zin in, en als het eenmaal gedaan is denk ik dat ik een goede keus heb gemaakt!
Niet heel veel te bloggen vandaag, maar morgen heb ik vast een heel verhaal :D
zaterdag 21 augustus 2010
Nog meer frustraties.
Oke. Mijn tirade van gister is dus tóch nog niet over. Ik kom op de manege: Jee, Desperado. Een hobbelig paard waar touwtjes omheen zitten, zodat hij zijn rug nog enigszins gebruikt, en ik die er gefrustreerd opzit omdat het mij zelf niet lukt.
Daarnaast, zat iedereen op het paard waar die vorige week op zat. Toen zat ik op Wylie, onwijs leuk paard. Maar ik moest op Desperado.
Na een half uur hobbelen, werd ik al misselijk. Enfin, dit is leuk. Even gestapt en toen ging het wel weer, maar niet echt serieus meer gedressuurd. Ik heb maar keertwendingen gedaan, en heb Desperado om zijn as laten draaien. Dat paard moet gewoon lekker Western beleerd worden!!
Vriska maakt een hoop goed. Op haar voel ik me echt heel fijn. Als we galopperen, en ik ga verlicht zitten, dan voelt het zoooo lekker, als ik die benen onder me voel. Heerlijk gevoel.
Het hele leven zit vol met lastige keuzes, beslissingen en situaties, en of ik me daaruit kan redden? Ik weet het niet. Ik doe mijn best, maar soms weet ik het écht niet meer.
Daarnaast, zat iedereen op het paard waar die vorige week op zat. Toen zat ik op Wylie, onwijs leuk paard. Maar ik moest op Desperado.
Na een half uur hobbelen, werd ik al misselijk. Enfin, dit is leuk. Even gestapt en toen ging het wel weer, maar niet echt serieus meer gedressuurd. Ik heb maar keertwendingen gedaan, en heb Desperado om zijn as laten draaien. Dat paard moet gewoon lekker Western beleerd worden!!
Vriska maakt een hoop goed. Op haar voel ik me echt heel fijn. Als we galopperen, en ik ga verlicht zitten, dan voelt het zoooo lekker, als ik die benen onder me voel. Heerlijk gevoel.
Het hele leven zit vol met lastige keuzes, beslissingen en situaties, en of ik me daaruit kan redden? Ik weet het niet. Ik doe mijn best, maar soms weet ik het écht niet meer.
vrijdag 20 augustus 2010
Argh.
Argh. Ik zit weer vol met frustraties. Komt dit door mijn hormonen? Vast niet, want mijn periode heb ik al gehad, en komt (hopelijk) over 2 weken pas weer. Ik kan me op het moment overal aan ergeren. Aan het niet functioneren van mijn camera bijvoorbeeld. Ik heb de Olympus E-300, en die doet niet wat ik wil. Hij stelt niet scherp wanneer ik dat wil. Argh, soms heb ik zin om te gaan gooien met die camera. Maar, laat ik dat maar niet doen, want hij is tenslotte van mijn vader.
Dan, mijn moeder. Dan loopt ze volgens mij overal op te zeuren: "Ruim je kamer nou eens op" "Kom je bed eens een keertje uit" "Doe je de vaatwasser ook even?" en natuurlijk word ik dan ook weer kwaad, terwijl ze eigenlijk gewoon gelijk heeft. Mijn kamer is een grote rotzooi, en ik kom moeilijk mijn bed uit. Ik lig soms tot half 3 's middags in bed op mijn laptop van alles te doen. Ook de vaatwasser moet ik eens doen, heel normaal toch? Om gewoon wat klusjes in huis te doen?
Misschien komt het doordat ik zenuwachtig ben voor mijn nieuwe school. Want, ik begin dit jaar op een nieuwe school, aan een onbekende opleiding met mensen die ik niet eens bij naam ken! Ja eentje ken ik via bokt, maar in het echt nog nooit gezien. Ik heb er wel onwijs veel zin in, maar we gaan dinsdag ook al gelijk op kamp, en Joost mag weten waar we naartoe gaan.
Gelukkig heb ik mijn lieve cavia's nog, die me altijd weten op te beuren als ik ff chagrijnig ben. Die heerlijke Shadow die niet stil kan zitten en overal aan knaagt, of die dikke Jules die zo heerlijk in je nek kan liggen piepen omdat ze het zo lekker vind om geaait te worden.
Zometeen moet ik weer aan het werk. Kan ik mooi alle frustraties eruit gooien door flink door te werken!
Maar, zo slecht is mijn leven helemaal niet. Dus ik kan hier wel gaan zitten zeiken over wat er allemaal mis gaat in mijn leven, maar ik héb tenminste een digitale spiegelreflex camera, waar velen alleen maar van kunnen dromen. Ik héb een eigen kamer, die bijna net zo groot is als onze woonkamer, terwijl anderen een kleine kamer met zijn of haar broer of zus moet delen.
En helaas, ik ben niet de enige die alleen maar aan de negatieve dingen denkt. Dus mijn boodschap voor vandaag: Zet al je zorgen opzij, stap de zon in en bedenk wat je wél hebt. Dan zal ik ook niet meer zo zeuren!
Dan, mijn moeder. Dan loopt ze volgens mij overal op te zeuren: "Ruim je kamer nou eens op" "Kom je bed eens een keertje uit" "Doe je de vaatwasser ook even?" en natuurlijk word ik dan ook weer kwaad, terwijl ze eigenlijk gewoon gelijk heeft. Mijn kamer is een grote rotzooi, en ik kom moeilijk mijn bed uit. Ik lig soms tot half 3 's middags in bed op mijn laptop van alles te doen. Ook de vaatwasser moet ik eens doen, heel normaal toch? Om gewoon wat klusjes in huis te doen?
Misschien komt het doordat ik zenuwachtig ben voor mijn nieuwe school. Want, ik begin dit jaar op een nieuwe school, aan een onbekende opleiding met mensen die ik niet eens bij naam ken! Ja eentje ken ik via bokt, maar in het echt nog nooit gezien. Ik heb er wel onwijs veel zin in, maar we gaan dinsdag ook al gelijk op kamp, en Joost mag weten waar we naartoe gaan.
Gelukkig heb ik mijn lieve cavia's nog, die me altijd weten op te beuren als ik ff chagrijnig ben. Die heerlijke Shadow die niet stil kan zitten en overal aan knaagt, of die dikke Jules die zo heerlijk in je nek kan liggen piepen omdat ze het zo lekker vind om geaait te worden.
Zometeen moet ik weer aan het werk. Kan ik mooi alle frustraties eruit gooien door flink door te werken!
Maar, zo slecht is mijn leven helemaal niet. Dus ik kan hier wel gaan zitten zeiken over wat er allemaal mis gaat in mijn leven, maar ik héb tenminste een digitale spiegelreflex camera, waar velen alleen maar van kunnen dromen. Ik héb een eigen kamer, die bijna net zo groot is als onze woonkamer, terwijl anderen een kleine kamer met zijn of haar broer of zus moet delen.
En helaas, ik ben niet de enige die alleen maar aan de negatieve dingen denkt. Dus mijn boodschap voor vandaag: Zet al je zorgen opzij, stap de zon in en bedenk wat je wél hebt. Dan zal ik ook niet meer zo zeuren!
donderdag 19 augustus 2010
Drama bij de AH.
Na een aantal weken een scenario in mijn hoofd te hebben, heb ik deze toch maar op papier gezet. Het is een lang verhaal, dus neem er de tijd voor!
“Schijtregen!” zei Jayde in zichzelf. Ze moest weer aan het werk, dit keer van 1 uur tot het eind. Maar ze zag wel Wouter weer! Stiekem was ze onwijs verliefd op Wouter, maar dit durfde ze niet toe te geven. Het regende hard, maar ze moest doorfietsen.
Eenmaal bij de Albert Heijn aangekomen, was ze zo doorweekt dat zelfs haar onderbroek nat was! “Fijn, en hierin moet ik tot sluit werken.” Mopperde ze. “Geloof me, ik weet hoe je je voelt!” zei Joey, haar collega. Ook hij was zeiknat geworden van de regen. “Gelukkig ben ik niet de enige” “Nee, ik ben nog nooit zo snel nat geworden!” Lachend liepen ze de trap af naar het magazijn. Jeroen stond ze al op te wachten: “Regent het ofzo?” zei hij gniffelend. “Ja, en niet zo’n klein beetje ook!” antwoordde Jayde “Jij mag panklaar gaan vullen, samen met Mieke, Joey, ga jij maar vlees doen. Mitchel staat al te vullen”. Ze pakten allebei de vulling mee en gingen aan het werk.
“Zoooo! Jij ziet er doorweekt uit!” zei Mieke “Ja het regent buiten” zei Jayde terug. “Nou er is gelukkig niet heel veel vulling, en de restanten heb ik al klaar” Dat maakte Jayde al iets vrolijker. “Bah, het is wel koud zo bij die koelingen zeg!” Door het natte pak werd alles natuurlijk nog kouder.
Na 2 uurtjes gevuld te hebben, gingen Mieke en Jayde pauze houden. “Hèhè, eindelijk even zitten!” “Inderdaad. Bah, mijn broek is nog steeds nat!”.
“Tot hoe laat moet jij werken?” Vroeg Jayde “Tot 5 uur, daarna ga ik nog even naar Bas!” antwoordde Mieke.
Ineens kwam Wouter de kantine in lopen, en liet Jayde zo hard schrikken, dat ze zich bijna verslikte in haar Cola. “Jezus! Wil je dat NOOIT meer doen!” zei ze half lachend. “Sorry!” zei Wouter met een verlegen stemmetje. “Wat doe je hier eigenlijk, jij begint toch pas om 5 uur?” Vroeg Jayde “Nou, Jeroen vroeg of ik eerder kon komen, er moet nog veel gevuld worden namelijk” antwoordde Wouter. “Onze pauze is ook weer voorbij, ga je mee, Mieke?” Met z’n drieën liepen ze naar beneden. Mieke en Jayde gingen weer aan het werk. “Zeg, vind jij Wouter leuk ofzo?” vroeg Mieke. “Is het zo duidelijk dan?” antwoordde Jayde en ze moesten lachen. “Moet ik iets losmaken bij hem? Volgens mij vind hij jou ook wel leuk hoor!” zei Mieke. “Hihi, ik ben veel te schijterig om hem uit te vragen ofzo.” Zei Jayde.
“Poeh, het is nog best veel eigenlijk” zei Mieke, toen ze zagen dat er nog 4 karren in de koelcel stonden. “Ach, komt vast goed. Even een tandje bijzetten en we zijn zo klaar! Deze kar is trouwens alleen sla, dat zit er zo in” zei Jayde “Ach je hebt ook gelijk!” antwoordde Mieke en ze gingen weer aan de slag. Na een tijdje waren ze klaar met alle karren. “He, ik ga naar huis, en je regelt een date met Wouter hè!” zei Mieke “Ik wil een heel verslag hebben!” “Haha! Komt goed, hoop ik! Ik ga Jeroen maar eens opzoeken, kijken wat ik moet doen” zei Jayde, en ze namen afscheid van elkaar.
“Jeroen! Ik ben klaar! Wat kan ik doen??” Vroeg Jayde aan Jeroen. “Euhm, jij kunt vast aan je pad beginnen denk ik. Hoe laat wilde je gaan eten?” “Ik denk rond half 6. Is dat goed?” “Ja, dat kan. Je staat op koek, dus je mag met de restanten beginnen!” “Okidoki!” antwoordde Jayde en ze ging aan de slag.
Zou Mieke gelijk hebben over Wouter? Zou hij me echt leuk vinden? De gedachtes bleven door haar hoofd zweven, tot Wouter ineens voor haar stond. “Och! Laat je me weer schrikken! Haha!” zei ze. “Hoe laat ga je eten?” vroeg Wouter. “Half zes was ik van plan” “Oké, dan ga ik ook om half 6!” Zei Wouter, en hij liep weer weg.
Jayde werd helemaal warm van binnen. Wat stom eigenlijk, samen eten stelt toch helemaal niks voor? Nu moest ze nog wel even gaan bedenken wat ze ging eten natuurlijk! Inmiddels was ze ook al klaar met de restanten. Weer 7 kratjes leeg, daar zal Jeroen wel blij mee zijn dacht ze. Door de radio hoorde ze Nickelback met het liedje I’d Come For You en ze ging weer vrolijk aan het werk.
“Pardon, mevrouw?” een klant sprak haar aan. Nee hé! Jayde wilde net gaan eten. “Ja, wat kan ik voor u doen?” zei ze beleefd. De klant zei: “Ik zoek de eieren, maar kan deze nergens vinden!” “Oh, deze staan tegenover de chips, op het tweede pad naar links” wees ze de klant. “Dank u wel!” de klant ging verder boodschappen doen, en Jayde ging haar eten bij elkaar zoeken. Het werd een Griekse salade met 2 pitabroodjes met shoarma.
Eenmaal boven in de kantine, zag ze Wouter al zitten met een pizza. “Oh lekker, welke smaak heb je?” vroeg ze. “Dit is peperoni! Erg lekker inderdaad! Wat heb jij?” vroeg hij. “Ik heb een salade met twee pitabroodjes!” Ze zette haar broodjes in de magnetron en ging ook aan tafel zitten. “En, heb je veel te doen?” vroeg ze. “Hmm, ik heb 87 colli op wijn en nog 43 op noten en toast, dus het valt wel mee.” Antwoordde hij. Nu moet ik hem mee uit vragen dacht ze, dit is mijn kans! “Zeg, heb jij Eclipse al gezien? Die nieuwe film van The Twilight Saga?” vroeg ze. “Nope, maar is ook niet echt mijn stijl, hoezo?” “Oh nee, zomaar. Ik wil die film nog graag een keertje zien!” Ships! Gemiste kans… dacht ze. De magnetron piepte en ze haalde haar broodjes eruit.
Toen ze klaar waren met eten, liep Jayde weer naar achteren. Alleen Joey was achter, en hij vroeg: “Hoe gaat het?” “Ja goed, ik ga nu aan de vulling beginnen!” Inmiddels waren er 2 mannen naar binnen gelopen. Joey had het ook opgemerkt en zei: “Zouden jullie willen vertrekken? Het is namelijk niet de bedoeling dat klanten via de achterdeur naar binnen komen” “Wie zegt dat we klanten zijn?” Zei een van de mannen, en onder zijn jas kwam een pistool vandaan, en hij richtte het op Joey. “Ik wil dat de winkel zo snel mogelijk dicht gaat, en dat al het geld uit de kassa’s in deze zakken verdwijnt!” zei hij, en de andere man hield 2 plunjezakken omhoog. Jayde stond verstijfd te kijken. “Ik ben bang dat dat niet gaat, euhh ik kan wel even iemand halen” zei Joey, duidelijk geshockt met wat er gebeurde. “Jij gaat helemaal NIEMAND halen, jij belt nu je baas dat de winkel dicht gaat!” De man werd boos en dreigde nu om de trekker over te halen. Jeroen kwam net op dat moment het magazijn in lopen, en stond van schrik stil. De man was nu echt kwaad en wilde op Joey schieten. Jayde bedacht zich geen moment en sprong op Joey om hem weg te duwen. Er klonk een doffe klap van het geweer, en secondelang gebeurde er niets.
Jeroen sprong snel naar Joey en Jayde, en zag dat Joey bewusteloos was. Hij was met zijn hoofd tegen een rand aan gevallen, en had een kleine wond. Snel keek hij naar Jayde en schrok zich rot. De kogel had haar geraakt in haar zij. Jayde keek hem bang aan, hij zag dat ze pijn had. Jeroen wist niet wat hij moest doen, en keek verward naar de mannen “Wat heb je gedaan?!” bracht hij uit. Mike kwam het magazijn in lopen, geschrokken van de klap die gegeven was. “Wat is hier aan de hand?!” zei hij. Jeroen was in shock. Hij kon niets uitbrengen, en een blik op Jayde was eigenlijk al genoeg. “Wat willen jullie?” Vroeg Mike koeltjes aan de mannen. “Wij willen al jullie geld, en niemand gaat hier weg voordat wij hebben wat we willen!” zei een van de mannen. Mike pakte zijn telefoon en belde naar de afdeling Kassa. “Sluit de winkel, en stuur iedereen naar huis. Laat Wouter en Eva iedereen naar huis sturen, en stuur ze naar het magazijn. Maak zelf ook dat je wegkomt!” zei hij door de telefoon, en even later klonk er een mededeling door de intercom “Goedenavond dames en heren. Vanwege onverwachte omstandigheden zijn wij genoodzaakt de winkel eerder te sluiten. Personeel wordt gevraagd om Eva of Wouter op te zoeken, en daar te wachten op verder uitleg. Onze excuses voor dit ongemak”. “Ik moet nu echt even weg, de winkel moet op slot en dat kan ik alleen doen” zei Mike. Jeroen die inmiddels al wat meer was bijgekomen snelde naar het kantoortje om verband te halen. Hij drukte dit tegen de wond van Jayde en probeerde zo het bloeden te stelpen. “Hier, houd dit er goed tegenaan” zei hij, en hij rende weer weg om iets voor Joey’s hoofd te halen.
“We hebben iedereen naar huis gestuurd, wat is er aan de hand?” Zei Eva toen ze het magazijn in kwam lopen. “O mijn god!” zei Wouter toen hij Jayde zag liggen. Hij ging snel naast haar zitten om haar te ondersteunen. “Wat is er gebeurd?” Jayde zat in tranen, en ze bibberde. “Ik heb het koud” zei ze zachtjes. “Jij daar! Haal een trui voor haar, en zorg ervoor dat iedereen hier komt!” zei een man tegen Eva. Eva deed wat haar opgedragen was en rende snel naar buiten.
Een half uurtje laten was de winkel leeg en zat iedereen in het magazijn. Joey kwam langzaam bij. “Wat..” zei hij verdwaasd. “Rustig rustig” kalmeerde Eva hem. Toen hij Jayde zag schrok hij. Hij was ineens weer bij. “Wat is er gebeurd?” vroeg hij. “Die muts heeft je leven gered” zei een van de mannen. “Wie zijn jullie eigenlijk, en wat komen jullie doen?” Vroeg Mike. “Ik ben Hans, en dat is John. Wij hebben geld nodig, en komen dat hier halen.” Zei Hans. “En we willen hier een grote gijzeling van maken. Dus jij” hij wees naar Mike “gaat nu de politie bellen en vertelt ze wat hier aan de hand is.” Zei John. “Luister Hans of John, whatever. Zij moet nu naar het ziekenhuis! Anders gaat ze straks nog dood! Denk na!” zei Wouter, duidelijk boos. “Er gaat hier niemand naar het ziekenhuis, tenzij ik dat zeg!” zei Hans, en hij pakte zijn pistool weer “Of wil jij er ook graag naast liggen bloeden?” zei hij dreigend. “He ssshh… Dit is niet nodig toch? We doen wat je wilt.” Zei Eva. “Ik haal nog wat verband enzo, voor Jayde” zei Jeroen. “Waarom…” stamelde Jayde. “Jezus, wil je echt dood ofzo? Houd verdomme je bek!” Hans werd boos en iedereen hield van schrik zijn mond. Jayde had het zwaar, ze had duidelijk pijn. Wouter probeerde haar te troosten, maar de pijn moest ondraaglijk zijn.
Jeroen kwam terug met een verbanddoos en heel veel paracetamol. Mike had inmiddels de politie gebeld, en er klonken sirenes buiten de Albert Heijn. “Damn, mijn hoofd…” zei Joey. “Jij bent gek Jayde! Waarom deed je dat?” “Omdat…. Jeetje, ik moest iets doen” zei Jayde. “Jeetje, ik heb mijn leven aan jou te danken! Heb ik je al bedankt?” zei Joey. “Rustig Joe, neem een paracetamol. Jij moet ook rustig aan doen, je hebt vast een hersenschudding ofzo” zei Jeroen. “Hoe lang gaat dit nog duren?” Vroeg Wouter aan Hans. “Totdat we hebben wat we willen, en nu gaat iedereen weer zitten en houd zijn bek, anders vallen er doden!” Jeetje, wat een heethoofd dacht Wouter.
“Hallo! Dit is de politie. Het pand is omsingeld, neem de telefoon op zodat wij kunnen onderhandelen!” klonk een stem buiten. De telefoon rinkelde, en Hans nam op. “Ja. We willen geld. 1 miljoen euro. Zo snel mogelijk. Over een uur komen nieuwe instructies. Geen extra versterking, anders gaan er mensen dood hier” zei Hans, en hij hing weer op.
Het was inmiddels al bijna half 10, en Jayde zweette over haar hele lichaam. “Shit man, dat kind moet naar het ziekenhuis! Je laat haar toch niet doodgaan hier?!” Joey werd boos. “Laat haar gaan joh! Je hebt ons toch? Laat Wouter meegaan, Jeroen zal vast zo terug zijn, en ik weet zeker dat Wouter niets zegt! Jayde kan niet eens iets zeggen!” Hans en John keken elkaar aan. “Oké, jij, blonde, jij gaat met die 2 naar het ziekenhuis. Je zegt NIETS. Deze telefoon neem je mee, en je hangt niet op. Als je ook maar 1 woord zegt, dan gaat deze knaap hier eraan!” Hans wees op Mike. “Hier neem mijn auto” Mike wierp zijn sleutels naar Jeroen, en Wouter en Jeroen droegen Jayde naar de auto van Mike. “NIET SCHIETEN! We laten 3 gijzelaars gaan, er komt er 1 terug! Zoniet gaan we mensen doden! Grijp niet in, anders schieten wij! De gijzelaars mogen NIET spreken!” schreeuwde Hans naar buiten.
Wouter en Jeroen liepen snel naar de auto en Wouter ging achterin zitten met Jayde. Een patrouillewagen van de politie ging ze voor met loeiende sirenes zodat Jeroen vaart kon maken. “Je bent zo in goede handen Jayde, even volhouden nog” zei Wouter tegen Jayde. Jeroen reed zo hard als hij kon en 10 minuten later waren ze dan eindelijk bij de eerste hulp post. De patrouillewagen had het ziekenhuis al geïnformeerd en buiten stonden al verplegers met een brancard te wachten. Jeroen remde snel en Wouter tilde samen met de verplegers Jayde de brancard op. “Ga gauw mee naar binnen, en bel naar de Albert Heijn als je iets weet oké? Ik ga snel terug naar het magazijn!” De deur zat nog niet dicht of Jeroen was alweer weg.
Wouter rende naar binnen achter de verplegers aan tot hij werd tegengehouden door een van de verplegers “Je kunt niet verder, wacht hier, we komen zo snel mogelijk terug” Wouter kon alleen maar kijken hoe ze wegrenden met Jayde op de brancard. Hij leunde tegen de muur en zakte naar de grond. De tranen stroomden over zijn wangen en hij kon het niet meer inhouden. Een agent zag het, en ging tegenover hem zitten. “Ik zal niets vragen over wat er is gebeurd, maar we moeten familie inlichten. Weet je een telefoonnummer van haar ouders?” vroeg hij op een vriendelijke manier. “Ik ben trouwens William Hooikamer. Hoe heet jij?” “Wouter, Wouter Huizerd” zei Wouter tussen zijn tranen door. “Ze heet Jayde Van Hogendorp” zei hij. “Dank je wel” Antwoordde William “Ik zal proberen om haar ouders te pakken te krijgen”
Terug in het magazijn rende Jeroen snel weer naar binnen. Iedereen was moe, maar keek verwachtingsvol op toen Jeroen binnen liep: “Ik weet nog niets, maar heb Wouter gezegd gelijk te bellen zodra hij iets weet, ik ben gelijk teruggereden” zei hij. “Bedankt Hans. Ze heeft wel een kans” zei hij nog tegen de gijzelnemer. Mike zei: “Wilt er iemand iets te drinken? Ik geloof dat er hier genoeg staat” doelend op de kratjes restanten. “Ja, doe maar iets van fris ofzo” antwoordde Eva. Mike stond op en deelde blikjes sinas en cola uit. “Wat willen jullie nog meer dan? Het geld heb je toch” zei Mike tegen Hans en John. “We willen gerechtigheid. Mijn broer zit onschuldig vast, en we willen dat hij vrijkomt. Dat jullie nou net hier waren, was ontzettende pech.” Zei John. “Hier spreekt de politie! We vragen de gijzelnemers de telefoon op te nemen zodat wij verder kunnen met onderhandelen!” klonk een stem buiten. De telefoon rinkelde en Hans nam op. “Ja, het geld is er? Super. We hebben nog een verzoek en daarna willen we met een helikopter weg. We willen dat Bert van de Klift wordt vrijgelaten en bij ons in de helikopter komt te zitten. Zodra dit geregeld is zullen wij weer mensen vrijlaten. Er gaat tenminste een gijzelaar met ons mee de helikopter in!” Zei Hans en hij hing weer op.
“Jij gaat mee” Hij wees naar Eva. “Ik? Waarom...” stamelde ze. “Daarom”. Het werd weer akelig stil in het magazijn.
Wouter zat nog steeds op de grond, half in shock. Hij sprong op toen een verpleegster naar hem toe kwam. “We hebben haar gestabiliseerd, ze ligt nu uit te rusten, over een uurtje kun je naar haar toe. Zijn haar ouders al gekomen?” er verscheen een glimlach op zijn gezicht “Geweldig! Euhm, volgens mij staan ze daar met die agent te praten. Kan ik ergens bellen?” vroeg hij. “Ja, bij de receptie kun je even bellen”.
Wouter liep op een drafje naar de receptie, en toetste snel het nummer van de Albert Heijn in. “Hallo? Met Wouter. Mag ik Jeroen even?” Hij hoorde Hans aan de andere kant van de lijn vloeken, maar toch kwam Jeroen aan de lijn “Ja, Jayde is stabiel. Ze ligt nu uit te rusten en over een uurtje kunnen we naar haar toe. Hoe is het daar?” “Dat is geweldig! Hier is het nog niet zeker. Eva moet mee de helikopter in, en we vrezen allemaal...” de telefoon werd afgepakt en niet veel later hoorde hij Hans: “Fijn, dat het goed gaat. Moet ik nog iemand neerknallen, of hang je zelf op?” Verschrikt gooide Wouter de telefoon op de haak. Hij zocht snel de ouders van Jayde op om hun alles uit te leggen.
“Ben jij Wouter?” hoorde hij een stem achter zich zeggen. Hij draaide zich om en zag een bezorgde moeder voor zich “Ik ben Aiden, de moeder van Jayde. Wat is er in godsnaam gebeurd?” “Jayde is oké, maar dat wist u zeker al?” “Kom Miek, we moeten even zitten” zei een man, waarschijnlijk haar echtgenoot. “Ik ben Rob, de vader van Jayde.” Ze gingen met z’n drieën in een kamer zitten, en Wouter vertelde het hele verhaal. Aiden was weer gaan huilen, maar ze was wel trots op haar dochter. “Heel erg bedankt dat je voor haar hebt gezorgd.” Zei Rob. Hij wist zich duidelijk geen raad met de situatie.
“Nou Jayde is stabiel” zei Jeroen tegen de rest. “Godzijdank!” zeiden ze in koor. “Hier drink nog wat” John bood ze allemaal een glaasje water aan. Niet veel later werd het iedereen wazig voor de ogen. Wat zat er in dat water? Ze vielen allemaal flauw en John en Hans namen Eva mee naar buiten. Ze hielden haar voor zich als schild en hielden hun geweren op haar gericht. “Wie op ons schiet, vermoord deze dame!” riep Hans. De politie wist zich geen raad, en liet ze weglopen. Waarschijnlijk wisten ze dat ze niet konden ontsnappen. Ze stapten snel in hun auto met Eva op de achterbank, nog steeds gedrogeerd en ze scheurden weg. Een wilde achtervolging was begonnen en de gijzelnemers deden alles wat ze konden om weg te komen.
4 agenten stormden het magazijn binnen om te kijken bij de gijzelaars. Zij zagen Mike, Joey en Jeroen op de grond liggen. Toen ze de glaasjes water zagen wisten ze eigenlijk al genoeg. “Zorg voor ambulances, tenminste 2!” zei een van de agenten in zijn radio. Niet veel later klonken er schelle sirenes, en de verplegers renden naar binnen om iedereen te onderzoeken. Jeroen kwam al weer langzaam bij. “Joey... Joey moet mee” zei hij. Joey lag nog steeds angstvallig stil, terwijl ook Mike al aan het bijkomen was. Mike en Jeroen konden op eigen kracht opstaan, en liepen samen naar buiten. De frisse lucht deed hun goed, maar gezien het tijdstip was het erg koud. Ze kregen dekens aangereikt van het ambulancepersoneel en ze gingen in een van de ambulances zitten. “Hoe is het met Eva?” Ze wisten inmiddels dat zij in de auto zat van de gijzelnemers. Ze waren doodongerust.
“Ik kan daar niets over zeggen” zei een van de verplegers die bij hun was. Ze zagen dat andere verplegers met Joey op een brancard richting de andere ambulance snelden. Niet veel later hoorden zij deze met loeiende sirenes wegrijden. “Wij moeten ook naar het ziekenhuis! Snel!” Hun ambulance vertrok ook, alleen zonder sirenes. Een kwartier later waren ook zij op het ziekenhuis.
Op de eerste hulp post werden Jeroen en Mike nog even onderzocht, maar hun mankeerde niks. “Wat is er gebeurd?” Riep Wouter, terwijl hij naar hun toe rende. “Ik zag net Joey wegrijden!” Jeroen en Mike waren onwijs moe, maar ze namen toch de tijd om alles uit te leggen. “Jayde is klaar voor bezoek” zei een verpleegster. Wouter wilde opstaan, totdat Jeroen hem tegenhield: “Laat haar ouders eerst maar, wij gaan zo”. De drie jongens zaten een tijdje langs de muur, totdat ze de ouders van Jayde voorbij zagen komen en ze zelf opstonden.
“Hoi” zei Jayde toen ze de drie mannen naar binnen zag komen. “Hoe is het afgelopen?” vroeg ze gelijk. “Nou, het is nog niet afgelopen. Ze hebben Eva, en ook over Joey is nog niets bekend”. Jayde schrok. Ze werd gelijk weer ongerust over Eva en Joey! “Maar hoe is het met jou, vechter?” vroeg Mike. “Het doet pijn, maar met de pijnstillers is het te doen. Mijn ouders gaan even wat spullen voor me ophalen.” “Je wilt niet weten hoe ongerust wij over jou waren” zei Jeroen stilletjes. Jayde keek ze alle drie een voor een aan. “Ik hoop maar dat Eva er zonder kleerscheuren vanaf komt.” Zei ze. Jeroen wenkte Mike “Wij gaan even kijken of ze wat meer weten over Joey”. Mike en Jeroen liepen de kamer uit, en Wouter kwam naast Jayde op het bed zitten. “Ik heb gehuild net, dat wil je niet weten. Ik was zo bang dat je het niet zou halen!” terwijl hij dat zei, prikten de tranen weer in zijn ogen. “Ik was te bang om het je te zeggen, maar...” Jayde stamelde even “Ik vind je leuk. Jij maakt me aan het lachen, en ik ben gewoon echt verliefd” zei ze. “Weetje, ik voel hetzelfde. Ik was nog nooit zo bezorgd. Ik wilde je niet loslaten toen we hier aankwamen” zei hij. Hij gaf haar een knuffel en ging naast haar zitten. Ze zaten hand in hand en zeiden beide een hele tijd niets.
Eva was ondertussen wakker geworden en was doodsbang. De tranen stroomde over haar wangen en ze schreeuwde het uit. “HEEEELPP!” schreeuwde ze. “STOP! ASJEBLIEFT!” ze was zo bang. “Houd je bek trut!” John draaide zich om, en richtte het pistool weer op haar. “Asjeblieft! Doe het niet!”. “SHIT!” Hans moest uitwijken voor een tegemoetkomende auto en ze reden zo de berm in. Tegen een boom kwam de auto tot stilstand. Eva werd tegen de voorste stoelen aangeslingerd en kwam op de grond terecht. 2 politiemannen kwamen al aangerend, maar voor Hans was het te laat. Een ambulance was onderweg, en voorzichtig haalde ze Eva uit de auto, en legde haar op het gras. Ze staarde levenloos voor zich uit. Het leek eeuwen te duren voordat de ambulance er was, maar toen deze er eindelijk was, werd ze ook snel naar het ziekenhuis gebracht.
“Dat is Eva!” riep Jeroen. Wat was er gebeurd? Een agent bleef achter om ze het uit te leggen. Mike, Jeroen en Wouter waren een en al oor. “Hans en John gingen er vandoor in hun auto, met Eva op de achterbank. Ze moesten ineens uitwijken, en knalden zo tegen een boom aan. Hans heeft het niet overleefd en John is in kritieke toestand. Over Eva kan ik nog niets zeggen” Zei de agent. “Net nu het allemaal niet erger kon worden” zei Jeroen geërgerd. Ze gingen met z’n drieën naar Jayde toe en daar wachtten ze op nieuws. “Het komt toch wel goed met Eva en Joey?” vroeg Jayde bezorgd. “Ik hoop het wel.” Antwoordde Mike. Net op dat moment kwam er een verpleger binnen. “Jullie zijn de vrienden van Eva?” Iedereen knikte ‘ja’ en ze keken de verpleger allemaal aan. “Ze is stabiel. Ze heeft enkele gekneusde ribben en een gebroken arm, maar alles komt goed. Zodra ze is bijgekomen zal ik haar hier brengen” zei hij. Net toen de verpleger weg wilde lopen zei Jeroen: “En Joey, weet je iets van Joey?” “Die ligt nog steeds in een coma, maar ze zijn bezig om hem wakker te maken, we hopen op het beste” zei de verpleger, en dit keer liep hij echt weg. “Afwachten dus” zei Mike.
Een paar uur later was iedereen in slaap gevallen, behalve Jeroen. Hij bleef zich maar zorgen maken over Eva en Joey. Hij liep de gang op om een bak koffie te halen. Ineens hoorde hij luid gepiep en zag verplegers naar een kamer toe renen. Hij schrok en dacht even dat het om Joey ging. Hij liet zijn bak koffie vallen en rende naar de kamer toe. Tot zijn opluchting lag daar John, in plaats van Joey. Ook John had het dus niet gehaald. Hij kon hier niet echt verdrietig om zijn, en ging op zoek naar een doekje om de koffie op te ruimen. Toen hij weer terugliep, zag hij een verpleger de kamer van Jayde uitlopen. Hij sprak hem aan met: “Is er meer nieuws over Joey?” de verpleger antwoordde: “Ja, goed nieuws, hij is bijgekomen. Iedereen slaapt daar, dus ik dacht ik kom later wel terug.” Jeroen was opgelucht. “Kan ik hem zien?” vroeg hij “Ja natuurlijk” zei de verpleger en hij bracht Jeroen naar Joey. Hij zag ook Eva bij Joey zitten en voelde de tranen prikken. Eindelijk was iedereen weer terecht, misschien niet gezond maar wel veilig! “Ik was zo ongerust over jullie” zei Jeroen, terwijl hij naast het bed van Joey ging zitten. Jeroen legde het hele verhaal uit en iedereen was blij elkaar weer te zien.
“Gaan jullie maar weer slapen, de rust kunnen jullie vast gebruiken” zei Jeroen, en hij liep weer weg. Op de gang zag hij Aiden en Rob, de ouders van Jayde, lopen. “Hallo” zei hij. “Hoe is het met iedereen?” vroeg Aiden. “Ik geloof dat iedereen slaapt. Jay ziet er goed uit, Joey is al bijgekomen en ook Eva voelt zich alweer wat beter.” Antwoordde hij. “Zal ik je thuis brengen anders? Kun jij ook even naar bed” stelde Rob voor. “Een lift naar de Albert Heijn zou fijn zijn. Mijn auto staat daar nog en ik denk dat Mark ook wel wilt horen wat er gebeurd is” Mark was de bedrijfsleider.
Een kwartier later stond Jeroen weer op het werk. Het was inmiddels al half 9 ’s ochtends, en hij kreeg een brok in zijn keel toen hij weer in het magazijn liep. Mark zag hem al: “He, waarom ga je niet lekker naar huis, even uitrusten na alles wat er gebeurd is.” “Wil je dan niet horen wat er is gebeurd?” vroeg Jeroen. “Ja eigenlijk wel” zei Mark en ze liepen samen naar boven. Nadat Jeroen alles had uitgelegd, stapte hij in zijn auto en reed naar huis. Na een warme douche kroop hij zijn bed in en ging slapen.
“Schijtregen!” zei Jayde in zichzelf. Ze moest weer aan het werk, dit keer van 1 uur tot het eind. Maar ze zag wel Wouter weer! Stiekem was ze onwijs verliefd op Wouter, maar dit durfde ze niet toe te geven. Het regende hard, maar ze moest doorfietsen.
Eenmaal bij de Albert Heijn aangekomen, was ze zo doorweekt dat zelfs haar onderbroek nat was! “Fijn, en hierin moet ik tot sluit werken.” Mopperde ze. “Geloof me, ik weet hoe je je voelt!” zei Joey, haar collega. Ook hij was zeiknat geworden van de regen. “Gelukkig ben ik niet de enige” “Nee, ik ben nog nooit zo snel nat geworden!” Lachend liepen ze de trap af naar het magazijn. Jeroen stond ze al op te wachten: “Regent het ofzo?” zei hij gniffelend. “Ja, en niet zo’n klein beetje ook!” antwoordde Jayde “Jij mag panklaar gaan vullen, samen met Mieke, Joey, ga jij maar vlees doen. Mitchel staat al te vullen”. Ze pakten allebei de vulling mee en gingen aan het werk.
“Zoooo! Jij ziet er doorweekt uit!” zei Mieke “Ja het regent buiten” zei Jayde terug. “Nou er is gelukkig niet heel veel vulling, en de restanten heb ik al klaar” Dat maakte Jayde al iets vrolijker. “Bah, het is wel koud zo bij die koelingen zeg!” Door het natte pak werd alles natuurlijk nog kouder.
Na 2 uurtjes gevuld te hebben, gingen Mieke en Jayde pauze houden. “Hèhè, eindelijk even zitten!” “Inderdaad. Bah, mijn broek is nog steeds nat!”.
“Tot hoe laat moet jij werken?” Vroeg Jayde “Tot 5 uur, daarna ga ik nog even naar Bas!” antwoordde Mieke.
Ineens kwam Wouter de kantine in lopen, en liet Jayde zo hard schrikken, dat ze zich bijna verslikte in haar Cola. “Jezus! Wil je dat NOOIT meer doen!” zei ze half lachend. “Sorry!” zei Wouter met een verlegen stemmetje. “Wat doe je hier eigenlijk, jij begint toch pas om 5 uur?” Vroeg Jayde “Nou, Jeroen vroeg of ik eerder kon komen, er moet nog veel gevuld worden namelijk” antwoordde Wouter. “Onze pauze is ook weer voorbij, ga je mee, Mieke?” Met z’n drieën liepen ze naar beneden. Mieke en Jayde gingen weer aan het werk. “Zeg, vind jij Wouter leuk ofzo?” vroeg Mieke. “Is het zo duidelijk dan?” antwoordde Jayde en ze moesten lachen. “Moet ik iets losmaken bij hem? Volgens mij vind hij jou ook wel leuk hoor!” zei Mieke. “Hihi, ik ben veel te schijterig om hem uit te vragen ofzo.” Zei Jayde.
“Poeh, het is nog best veel eigenlijk” zei Mieke, toen ze zagen dat er nog 4 karren in de koelcel stonden. “Ach, komt vast goed. Even een tandje bijzetten en we zijn zo klaar! Deze kar is trouwens alleen sla, dat zit er zo in” zei Jayde “Ach je hebt ook gelijk!” antwoordde Mieke en ze gingen weer aan de slag. Na een tijdje waren ze klaar met alle karren. “He, ik ga naar huis, en je regelt een date met Wouter hè!” zei Mieke “Ik wil een heel verslag hebben!” “Haha! Komt goed, hoop ik! Ik ga Jeroen maar eens opzoeken, kijken wat ik moet doen” zei Jayde, en ze namen afscheid van elkaar.
“Jeroen! Ik ben klaar! Wat kan ik doen??” Vroeg Jayde aan Jeroen. “Euhm, jij kunt vast aan je pad beginnen denk ik. Hoe laat wilde je gaan eten?” “Ik denk rond half 6. Is dat goed?” “Ja, dat kan. Je staat op koek, dus je mag met de restanten beginnen!” “Okidoki!” antwoordde Jayde en ze ging aan de slag.
Zou Mieke gelijk hebben over Wouter? Zou hij me echt leuk vinden? De gedachtes bleven door haar hoofd zweven, tot Wouter ineens voor haar stond. “Och! Laat je me weer schrikken! Haha!” zei ze. “Hoe laat ga je eten?” vroeg Wouter. “Half zes was ik van plan” “Oké, dan ga ik ook om half 6!” Zei Wouter, en hij liep weer weg.
Jayde werd helemaal warm van binnen. Wat stom eigenlijk, samen eten stelt toch helemaal niks voor? Nu moest ze nog wel even gaan bedenken wat ze ging eten natuurlijk! Inmiddels was ze ook al klaar met de restanten. Weer 7 kratjes leeg, daar zal Jeroen wel blij mee zijn dacht ze. Door de radio hoorde ze Nickelback met het liedje I’d Come For You en ze ging weer vrolijk aan het werk.
“Pardon, mevrouw?” een klant sprak haar aan. Nee hé! Jayde wilde net gaan eten. “Ja, wat kan ik voor u doen?” zei ze beleefd. De klant zei: “Ik zoek de eieren, maar kan deze nergens vinden!” “Oh, deze staan tegenover de chips, op het tweede pad naar links” wees ze de klant. “Dank u wel!” de klant ging verder boodschappen doen, en Jayde ging haar eten bij elkaar zoeken. Het werd een Griekse salade met 2 pitabroodjes met shoarma.
Eenmaal boven in de kantine, zag ze Wouter al zitten met een pizza. “Oh lekker, welke smaak heb je?” vroeg ze. “Dit is peperoni! Erg lekker inderdaad! Wat heb jij?” vroeg hij. “Ik heb een salade met twee pitabroodjes!” Ze zette haar broodjes in de magnetron en ging ook aan tafel zitten. “En, heb je veel te doen?” vroeg ze. “Hmm, ik heb 87 colli op wijn en nog 43 op noten en toast, dus het valt wel mee.” Antwoordde hij. Nu moet ik hem mee uit vragen dacht ze, dit is mijn kans! “Zeg, heb jij Eclipse al gezien? Die nieuwe film van The Twilight Saga?” vroeg ze. “Nope, maar is ook niet echt mijn stijl, hoezo?” “Oh nee, zomaar. Ik wil die film nog graag een keertje zien!” Ships! Gemiste kans… dacht ze. De magnetron piepte en ze haalde haar broodjes eruit.
Toen ze klaar waren met eten, liep Jayde weer naar achteren. Alleen Joey was achter, en hij vroeg: “Hoe gaat het?” “Ja goed, ik ga nu aan de vulling beginnen!” Inmiddels waren er 2 mannen naar binnen gelopen. Joey had het ook opgemerkt en zei: “Zouden jullie willen vertrekken? Het is namelijk niet de bedoeling dat klanten via de achterdeur naar binnen komen” “Wie zegt dat we klanten zijn?” Zei een van de mannen, en onder zijn jas kwam een pistool vandaan, en hij richtte het op Joey. “Ik wil dat de winkel zo snel mogelijk dicht gaat, en dat al het geld uit de kassa’s in deze zakken verdwijnt!” zei hij, en de andere man hield 2 plunjezakken omhoog. Jayde stond verstijfd te kijken. “Ik ben bang dat dat niet gaat, euhh ik kan wel even iemand halen” zei Joey, duidelijk geshockt met wat er gebeurde. “Jij gaat helemaal NIEMAND halen, jij belt nu je baas dat de winkel dicht gaat!” De man werd boos en dreigde nu om de trekker over te halen. Jeroen kwam net op dat moment het magazijn in lopen, en stond van schrik stil. De man was nu echt kwaad en wilde op Joey schieten. Jayde bedacht zich geen moment en sprong op Joey om hem weg te duwen. Er klonk een doffe klap van het geweer, en secondelang gebeurde er niets.
Jeroen sprong snel naar Joey en Jayde, en zag dat Joey bewusteloos was. Hij was met zijn hoofd tegen een rand aan gevallen, en had een kleine wond. Snel keek hij naar Jayde en schrok zich rot. De kogel had haar geraakt in haar zij. Jayde keek hem bang aan, hij zag dat ze pijn had. Jeroen wist niet wat hij moest doen, en keek verward naar de mannen “Wat heb je gedaan?!” bracht hij uit. Mike kwam het magazijn in lopen, geschrokken van de klap die gegeven was. “Wat is hier aan de hand?!” zei hij. Jeroen was in shock. Hij kon niets uitbrengen, en een blik op Jayde was eigenlijk al genoeg. “Wat willen jullie?” Vroeg Mike koeltjes aan de mannen. “Wij willen al jullie geld, en niemand gaat hier weg voordat wij hebben wat we willen!” zei een van de mannen. Mike pakte zijn telefoon en belde naar de afdeling Kassa. “Sluit de winkel, en stuur iedereen naar huis. Laat Wouter en Eva iedereen naar huis sturen, en stuur ze naar het magazijn. Maak zelf ook dat je wegkomt!” zei hij door de telefoon, en even later klonk er een mededeling door de intercom “Goedenavond dames en heren. Vanwege onverwachte omstandigheden zijn wij genoodzaakt de winkel eerder te sluiten. Personeel wordt gevraagd om Eva of Wouter op te zoeken, en daar te wachten op verder uitleg. Onze excuses voor dit ongemak”. “Ik moet nu echt even weg, de winkel moet op slot en dat kan ik alleen doen” zei Mike. Jeroen die inmiddels al wat meer was bijgekomen snelde naar het kantoortje om verband te halen. Hij drukte dit tegen de wond van Jayde en probeerde zo het bloeden te stelpen. “Hier, houd dit er goed tegenaan” zei hij, en hij rende weer weg om iets voor Joey’s hoofd te halen.
“We hebben iedereen naar huis gestuurd, wat is er aan de hand?” Zei Eva toen ze het magazijn in kwam lopen. “O mijn god!” zei Wouter toen hij Jayde zag liggen. Hij ging snel naast haar zitten om haar te ondersteunen. “Wat is er gebeurd?” Jayde zat in tranen, en ze bibberde. “Ik heb het koud” zei ze zachtjes. “Jij daar! Haal een trui voor haar, en zorg ervoor dat iedereen hier komt!” zei een man tegen Eva. Eva deed wat haar opgedragen was en rende snel naar buiten.
Een half uurtje laten was de winkel leeg en zat iedereen in het magazijn. Joey kwam langzaam bij. “Wat..” zei hij verdwaasd. “Rustig rustig” kalmeerde Eva hem. Toen hij Jayde zag schrok hij. Hij was ineens weer bij. “Wat is er gebeurd?” vroeg hij. “Die muts heeft je leven gered” zei een van de mannen. “Wie zijn jullie eigenlijk, en wat komen jullie doen?” Vroeg Mike. “Ik ben Hans, en dat is John. Wij hebben geld nodig, en komen dat hier halen.” Zei Hans. “En we willen hier een grote gijzeling van maken. Dus jij” hij wees naar Mike “gaat nu de politie bellen en vertelt ze wat hier aan de hand is.” Zei John. “Luister Hans of John, whatever. Zij moet nu naar het ziekenhuis! Anders gaat ze straks nog dood! Denk na!” zei Wouter, duidelijk boos. “Er gaat hier niemand naar het ziekenhuis, tenzij ik dat zeg!” zei Hans, en hij pakte zijn pistool weer “Of wil jij er ook graag naast liggen bloeden?” zei hij dreigend. “He ssshh… Dit is niet nodig toch? We doen wat je wilt.” Zei Eva. “Ik haal nog wat verband enzo, voor Jayde” zei Jeroen. “Waarom…” stamelde Jayde. “Jezus, wil je echt dood ofzo? Houd verdomme je bek!” Hans werd boos en iedereen hield van schrik zijn mond. Jayde had het zwaar, ze had duidelijk pijn. Wouter probeerde haar te troosten, maar de pijn moest ondraaglijk zijn.
Jeroen kwam terug met een verbanddoos en heel veel paracetamol. Mike had inmiddels de politie gebeld, en er klonken sirenes buiten de Albert Heijn. “Damn, mijn hoofd…” zei Joey. “Jij bent gek Jayde! Waarom deed je dat?” “Omdat…. Jeetje, ik moest iets doen” zei Jayde. “Jeetje, ik heb mijn leven aan jou te danken! Heb ik je al bedankt?” zei Joey. “Rustig Joe, neem een paracetamol. Jij moet ook rustig aan doen, je hebt vast een hersenschudding ofzo” zei Jeroen. “Hoe lang gaat dit nog duren?” Vroeg Wouter aan Hans. “Totdat we hebben wat we willen, en nu gaat iedereen weer zitten en houd zijn bek, anders vallen er doden!” Jeetje, wat een heethoofd dacht Wouter.
“Hallo! Dit is de politie. Het pand is omsingeld, neem de telefoon op zodat wij kunnen onderhandelen!” klonk een stem buiten. De telefoon rinkelde, en Hans nam op. “Ja. We willen geld. 1 miljoen euro. Zo snel mogelijk. Over een uur komen nieuwe instructies. Geen extra versterking, anders gaan er mensen dood hier” zei Hans, en hij hing weer op.
Het was inmiddels al bijna half 10, en Jayde zweette over haar hele lichaam. “Shit man, dat kind moet naar het ziekenhuis! Je laat haar toch niet doodgaan hier?!” Joey werd boos. “Laat haar gaan joh! Je hebt ons toch? Laat Wouter meegaan, Jeroen zal vast zo terug zijn, en ik weet zeker dat Wouter niets zegt! Jayde kan niet eens iets zeggen!” Hans en John keken elkaar aan. “Oké, jij, blonde, jij gaat met die 2 naar het ziekenhuis. Je zegt NIETS. Deze telefoon neem je mee, en je hangt niet op. Als je ook maar 1 woord zegt, dan gaat deze knaap hier eraan!” Hans wees op Mike. “Hier neem mijn auto” Mike wierp zijn sleutels naar Jeroen, en Wouter en Jeroen droegen Jayde naar de auto van Mike. “NIET SCHIETEN! We laten 3 gijzelaars gaan, er komt er 1 terug! Zoniet gaan we mensen doden! Grijp niet in, anders schieten wij! De gijzelaars mogen NIET spreken!” schreeuwde Hans naar buiten.
Wouter en Jeroen liepen snel naar de auto en Wouter ging achterin zitten met Jayde. Een patrouillewagen van de politie ging ze voor met loeiende sirenes zodat Jeroen vaart kon maken. “Je bent zo in goede handen Jayde, even volhouden nog” zei Wouter tegen Jayde. Jeroen reed zo hard als hij kon en 10 minuten later waren ze dan eindelijk bij de eerste hulp post. De patrouillewagen had het ziekenhuis al geïnformeerd en buiten stonden al verplegers met een brancard te wachten. Jeroen remde snel en Wouter tilde samen met de verplegers Jayde de brancard op. “Ga gauw mee naar binnen, en bel naar de Albert Heijn als je iets weet oké? Ik ga snel terug naar het magazijn!” De deur zat nog niet dicht of Jeroen was alweer weg.
Wouter rende naar binnen achter de verplegers aan tot hij werd tegengehouden door een van de verplegers “Je kunt niet verder, wacht hier, we komen zo snel mogelijk terug” Wouter kon alleen maar kijken hoe ze wegrenden met Jayde op de brancard. Hij leunde tegen de muur en zakte naar de grond. De tranen stroomden over zijn wangen en hij kon het niet meer inhouden. Een agent zag het, en ging tegenover hem zitten. “Ik zal niets vragen over wat er is gebeurd, maar we moeten familie inlichten. Weet je een telefoonnummer van haar ouders?” vroeg hij op een vriendelijke manier. “Ik ben trouwens William Hooikamer. Hoe heet jij?” “Wouter, Wouter Huizerd” zei Wouter tussen zijn tranen door. “Ze heet Jayde Van Hogendorp” zei hij. “Dank je wel” Antwoordde William “Ik zal proberen om haar ouders te pakken te krijgen”
Terug in het magazijn rende Jeroen snel weer naar binnen. Iedereen was moe, maar keek verwachtingsvol op toen Jeroen binnen liep: “Ik weet nog niets, maar heb Wouter gezegd gelijk te bellen zodra hij iets weet, ik ben gelijk teruggereden” zei hij. “Bedankt Hans. Ze heeft wel een kans” zei hij nog tegen de gijzelnemer. Mike zei: “Wilt er iemand iets te drinken? Ik geloof dat er hier genoeg staat” doelend op de kratjes restanten. “Ja, doe maar iets van fris ofzo” antwoordde Eva. Mike stond op en deelde blikjes sinas en cola uit. “Wat willen jullie nog meer dan? Het geld heb je toch” zei Mike tegen Hans en John. “We willen gerechtigheid. Mijn broer zit onschuldig vast, en we willen dat hij vrijkomt. Dat jullie nou net hier waren, was ontzettende pech.” Zei John. “Hier spreekt de politie! We vragen de gijzelnemers de telefoon op te nemen zodat wij verder kunnen met onderhandelen!” klonk een stem buiten. De telefoon rinkelde en Hans nam op. “Ja, het geld is er? Super. We hebben nog een verzoek en daarna willen we met een helikopter weg. We willen dat Bert van de Klift wordt vrijgelaten en bij ons in de helikopter komt te zitten. Zodra dit geregeld is zullen wij weer mensen vrijlaten. Er gaat tenminste een gijzelaar met ons mee de helikopter in!” Zei Hans en hij hing weer op.
“Jij gaat mee” Hij wees naar Eva. “Ik? Waarom...” stamelde ze. “Daarom”. Het werd weer akelig stil in het magazijn.
Wouter zat nog steeds op de grond, half in shock. Hij sprong op toen een verpleegster naar hem toe kwam. “We hebben haar gestabiliseerd, ze ligt nu uit te rusten, over een uurtje kun je naar haar toe. Zijn haar ouders al gekomen?” er verscheen een glimlach op zijn gezicht “Geweldig! Euhm, volgens mij staan ze daar met die agent te praten. Kan ik ergens bellen?” vroeg hij. “Ja, bij de receptie kun je even bellen”.
Wouter liep op een drafje naar de receptie, en toetste snel het nummer van de Albert Heijn in. “Hallo? Met Wouter. Mag ik Jeroen even?” Hij hoorde Hans aan de andere kant van de lijn vloeken, maar toch kwam Jeroen aan de lijn “Ja, Jayde is stabiel. Ze ligt nu uit te rusten en over een uurtje kunnen we naar haar toe. Hoe is het daar?” “Dat is geweldig! Hier is het nog niet zeker. Eva moet mee de helikopter in, en we vrezen allemaal...” de telefoon werd afgepakt en niet veel later hoorde hij Hans: “Fijn, dat het goed gaat. Moet ik nog iemand neerknallen, of hang je zelf op?” Verschrikt gooide Wouter de telefoon op de haak. Hij zocht snel de ouders van Jayde op om hun alles uit te leggen.
“Ben jij Wouter?” hoorde hij een stem achter zich zeggen. Hij draaide zich om en zag een bezorgde moeder voor zich “Ik ben Aiden, de moeder van Jayde. Wat is er in godsnaam gebeurd?” “Jayde is oké, maar dat wist u zeker al?” “Kom Miek, we moeten even zitten” zei een man, waarschijnlijk haar echtgenoot. “Ik ben Rob, de vader van Jayde.” Ze gingen met z’n drieën in een kamer zitten, en Wouter vertelde het hele verhaal. Aiden was weer gaan huilen, maar ze was wel trots op haar dochter. “Heel erg bedankt dat je voor haar hebt gezorgd.” Zei Rob. Hij wist zich duidelijk geen raad met de situatie.
“Nou Jayde is stabiel” zei Jeroen tegen de rest. “Godzijdank!” zeiden ze in koor. “Hier drink nog wat” John bood ze allemaal een glaasje water aan. Niet veel later werd het iedereen wazig voor de ogen. Wat zat er in dat water? Ze vielen allemaal flauw en John en Hans namen Eva mee naar buiten. Ze hielden haar voor zich als schild en hielden hun geweren op haar gericht. “Wie op ons schiet, vermoord deze dame!” riep Hans. De politie wist zich geen raad, en liet ze weglopen. Waarschijnlijk wisten ze dat ze niet konden ontsnappen. Ze stapten snel in hun auto met Eva op de achterbank, nog steeds gedrogeerd en ze scheurden weg. Een wilde achtervolging was begonnen en de gijzelnemers deden alles wat ze konden om weg te komen.
4 agenten stormden het magazijn binnen om te kijken bij de gijzelaars. Zij zagen Mike, Joey en Jeroen op de grond liggen. Toen ze de glaasjes water zagen wisten ze eigenlijk al genoeg. “Zorg voor ambulances, tenminste 2!” zei een van de agenten in zijn radio. Niet veel later klonken er schelle sirenes, en de verplegers renden naar binnen om iedereen te onderzoeken. Jeroen kwam al weer langzaam bij. “Joey... Joey moet mee” zei hij. Joey lag nog steeds angstvallig stil, terwijl ook Mike al aan het bijkomen was. Mike en Jeroen konden op eigen kracht opstaan, en liepen samen naar buiten. De frisse lucht deed hun goed, maar gezien het tijdstip was het erg koud. Ze kregen dekens aangereikt van het ambulancepersoneel en ze gingen in een van de ambulances zitten. “Hoe is het met Eva?” Ze wisten inmiddels dat zij in de auto zat van de gijzelnemers. Ze waren doodongerust.
“Ik kan daar niets over zeggen” zei een van de verplegers die bij hun was. Ze zagen dat andere verplegers met Joey op een brancard richting de andere ambulance snelden. Niet veel later hoorden zij deze met loeiende sirenes wegrijden. “Wij moeten ook naar het ziekenhuis! Snel!” Hun ambulance vertrok ook, alleen zonder sirenes. Een kwartier later waren ook zij op het ziekenhuis.
Op de eerste hulp post werden Jeroen en Mike nog even onderzocht, maar hun mankeerde niks. “Wat is er gebeurd?” Riep Wouter, terwijl hij naar hun toe rende. “Ik zag net Joey wegrijden!” Jeroen en Mike waren onwijs moe, maar ze namen toch de tijd om alles uit te leggen. “Jayde is klaar voor bezoek” zei een verpleegster. Wouter wilde opstaan, totdat Jeroen hem tegenhield: “Laat haar ouders eerst maar, wij gaan zo”. De drie jongens zaten een tijdje langs de muur, totdat ze de ouders van Jayde voorbij zagen komen en ze zelf opstonden.
“Hoi” zei Jayde toen ze de drie mannen naar binnen zag komen. “Hoe is het afgelopen?” vroeg ze gelijk. “Nou, het is nog niet afgelopen. Ze hebben Eva, en ook over Joey is nog niets bekend”. Jayde schrok. Ze werd gelijk weer ongerust over Eva en Joey! “Maar hoe is het met jou, vechter?” vroeg Mike. “Het doet pijn, maar met de pijnstillers is het te doen. Mijn ouders gaan even wat spullen voor me ophalen.” “Je wilt niet weten hoe ongerust wij over jou waren” zei Jeroen stilletjes. Jayde keek ze alle drie een voor een aan. “Ik hoop maar dat Eva er zonder kleerscheuren vanaf komt.” Zei ze. Jeroen wenkte Mike “Wij gaan even kijken of ze wat meer weten over Joey”. Mike en Jeroen liepen de kamer uit, en Wouter kwam naast Jayde op het bed zitten. “Ik heb gehuild net, dat wil je niet weten. Ik was zo bang dat je het niet zou halen!” terwijl hij dat zei, prikten de tranen weer in zijn ogen. “Ik was te bang om het je te zeggen, maar...” Jayde stamelde even “Ik vind je leuk. Jij maakt me aan het lachen, en ik ben gewoon echt verliefd” zei ze. “Weetje, ik voel hetzelfde. Ik was nog nooit zo bezorgd. Ik wilde je niet loslaten toen we hier aankwamen” zei hij. Hij gaf haar een knuffel en ging naast haar zitten. Ze zaten hand in hand en zeiden beide een hele tijd niets.
Eva was ondertussen wakker geworden en was doodsbang. De tranen stroomde over haar wangen en ze schreeuwde het uit. “HEEEELPP!” schreeuwde ze. “STOP! ASJEBLIEFT!” ze was zo bang. “Houd je bek trut!” John draaide zich om, en richtte het pistool weer op haar. “Asjeblieft! Doe het niet!”. “SHIT!” Hans moest uitwijken voor een tegemoetkomende auto en ze reden zo de berm in. Tegen een boom kwam de auto tot stilstand. Eva werd tegen de voorste stoelen aangeslingerd en kwam op de grond terecht. 2 politiemannen kwamen al aangerend, maar voor Hans was het te laat. Een ambulance was onderweg, en voorzichtig haalde ze Eva uit de auto, en legde haar op het gras. Ze staarde levenloos voor zich uit. Het leek eeuwen te duren voordat de ambulance er was, maar toen deze er eindelijk was, werd ze ook snel naar het ziekenhuis gebracht.
“Dat is Eva!” riep Jeroen. Wat was er gebeurd? Een agent bleef achter om ze het uit te leggen. Mike, Jeroen en Wouter waren een en al oor. “Hans en John gingen er vandoor in hun auto, met Eva op de achterbank. Ze moesten ineens uitwijken, en knalden zo tegen een boom aan. Hans heeft het niet overleefd en John is in kritieke toestand. Over Eva kan ik nog niets zeggen” Zei de agent. “Net nu het allemaal niet erger kon worden” zei Jeroen geërgerd. Ze gingen met z’n drieën naar Jayde toe en daar wachtten ze op nieuws. “Het komt toch wel goed met Eva en Joey?” vroeg Jayde bezorgd. “Ik hoop het wel.” Antwoordde Mike. Net op dat moment kwam er een verpleger binnen. “Jullie zijn de vrienden van Eva?” Iedereen knikte ‘ja’ en ze keken de verpleger allemaal aan. “Ze is stabiel. Ze heeft enkele gekneusde ribben en een gebroken arm, maar alles komt goed. Zodra ze is bijgekomen zal ik haar hier brengen” zei hij. Net toen de verpleger weg wilde lopen zei Jeroen: “En Joey, weet je iets van Joey?” “Die ligt nog steeds in een coma, maar ze zijn bezig om hem wakker te maken, we hopen op het beste” zei de verpleger, en dit keer liep hij echt weg. “Afwachten dus” zei Mike.
Een paar uur later was iedereen in slaap gevallen, behalve Jeroen. Hij bleef zich maar zorgen maken over Eva en Joey. Hij liep de gang op om een bak koffie te halen. Ineens hoorde hij luid gepiep en zag verplegers naar een kamer toe renen. Hij schrok en dacht even dat het om Joey ging. Hij liet zijn bak koffie vallen en rende naar de kamer toe. Tot zijn opluchting lag daar John, in plaats van Joey. Ook John had het dus niet gehaald. Hij kon hier niet echt verdrietig om zijn, en ging op zoek naar een doekje om de koffie op te ruimen. Toen hij weer terugliep, zag hij een verpleger de kamer van Jayde uitlopen. Hij sprak hem aan met: “Is er meer nieuws over Joey?” de verpleger antwoordde: “Ja, goed nieuws, hij is bijgekomen. Iedereen slaapt daar, dus ik dacht ik kom later wel terug.” Jeroen was opgelucht. “Kan ik hem zien?” vroeg hij “Ja natuurlijk” zei de verpleger en hij bracht Jeroen naar Joey. Hij zag ook Eva bij Joey zitten en voelde de tranen prikken. Eindelijk was iedereen weer terecht, misschien niet gezond maar wel veilig! “Ik was zo ongerust over jullie” zei Jeroen, terwijl hij naast het bed van Joey ging zitten. Jeroen legde het hele verhaal uit en iedereen was blij elkaar weer te zien.
“Gaan jullie maar weer slapen, de rust kunnen jullie vast gebruiken” zei Jeroen, en hij liep weer weg. Op de gang zag hij Aiden en Rob, de ouders van Jayde, lopen. “Hallo” zei hij. “Hoe is het met iedereen?” vroeg Aiden. “Ik geloof dat iedereen slaapt. Jay ziet er goed uit, Joey is al bijgekomen en ook Eva voelt zich alweer wat beter.” Antwoordde hij. “Zal ik je thuis brengen anders? Kun jij ook even naar bed” stelde Rob voor. “Een lift naar de Albert Heijn zou fijn zijn. Mijn auto staat daar nog en ik denk dat Mark ook wel wilt horen wat er gebeurd is” Mark was de bedrijfsleider.
Een kwartier later stond Jeroen weer op het werk. Het was inmiddels al half 9 ’s ochtends, en hij kreeg een brok in zijn keel toen hij weer in het magazijn liep. Mark zag hem al: “He, waarom ga je niet lekker naar huis, even uitrusten na alles wat er gebeurd is.” “Wil je dan niet horen wat er is gebeurd?” vroeg Jeroen. “Ja eigenlijk wel” zei Mark en ze liepen samen naar boven. Nadat Jeroen alles had uitgelegd, stapte hij in zijn auto en reed naar huis. Na een warme douche kroop hij zijn bed in en ging slapen.
Abonneren op:
Reacties (Atom)